Wat doe je in deze nieuwe tijden als je je leven altijd zo hebt ingericht dat je tussen je freelance-opdrachten door zoveel mogelijk op reis gaat? Dat je werkt om mooie, lange reizen te kunnen maken. Zoals ik. Na de eerste teleurstellingen in de nieuwe realiteit – ik kon mijn nieuwste reisboek niet presenteren en mijn reis dwars door Noorwegen niet maken – voelde de afgelopen zomer eigenlijk ook wel als een bevrijding. Een paar maanden rondlummelen zonder enig doel behalve me verwonderen over onverwachte ontmoetingen en onze overweldigend prachtige planeet, ervaar ik als ik reis als een verrijking. Terug in Den Haag heb ik toch al gauw het gevoel dat ik weer mee moet doen aan de ratrace van de westerse wereld. Nu kon ik me eindelijk eens wekenlang terugtrekken in mijn huis met tuin, een beetje tuinieren, nadenken, lezen, wijn drinken en schrijven zonder me nutteloos te voelen. Ik ontdekte glimmende kevertjes die als paaseitjes tussen mijn tuinplanten zaten verstopt, hield bij hoe de lieveheersbeestjeslarven zich ontwikkelden die zich op een muurtje hadden vastgekleefd, en zag kolibrievlinders door mijn vlinderstruiken fladderen. Reizen deed ik in mijn hoofd. Ik schreef zelfs een heel reisboek! Mijn reizen naar Congo-Brazzaville, waar ik tussen 2011 en 2015 regelmatig naar afreisde, heb ik herbeleefd, een Congolese liefde en mijn Afrikaans zakenavontuur aldaar uitgebreid geanalyseerd. Dat boek ligt naar verwachting in het najaar van 2021 in de winkels.

 

Maar na een paar maanden ging er toch wat wringen. Niet die anderhalvemetersamenleving: ik vind het best prettig dat vreemde mensen uit mijn persoonlijke ruimte blijven. Die is – heb ik nu ondervonden – inderdaad precies anderhalve meter in de rondte. (Als ze hard praten vijf meter; met een telefoon vijftien meter. Minstens.) Veel te klagen heb ik niet: niemand hier in dit deel van de wereld trouwens. Ik erger me dood aan die complotdenkers, corona-ontkenners, en viruswaanzinaanhangers die vinden dat ze in hun vrijheden worden beperkt. Die mensen hebben te weinig gereisd. Ik beveel ze van harte aan eens een kijkje te nemen in landen waar mensen daadwerkelijk de mond wordt gesnoerd.

 

Ik ontdekte geveltjes, kerken en verborgen oases op een steenworp afstand van het huis waar ik al twintig jaar woon.

 

Maar mijn wereld werd zo klein. Ik miste het reizen. Onbekende plekken, wilde dieren, andere culturen, nieuwe inzichten. Ik had last van reiswee. Het enige wat ik kon bedenken om dat te verzachten, was te doen wat ik op reis ook altijd doe: wandelen. Als dat niet kon in een onbekende wereld, een ander continent of een vreemd land, dan maar in mijn eigen stad Den Haag. Elke week ging ik op pad. Ik ontdekte geveltjes, kerken en verborgen oases op een steenworp afstand van het huis waar ik al twintig jaar woon. Altijd voorbijgefietst zonder er enige aandacht aan te schenken. Ik merkte hoe gewoon ik was altijd dezelfde route te nemen. Zoveel straten waar ik nog nooit een stap had gezet. Aanvankelijk begonnen mijn wandeltochten vanuit mijn huis, tegenwoordig fiets ik ergens heen om vervolgens te voet verder een wijk of gebied in te wandelen. Ik vond parken midden in de stad waar ik nog nooit was geweest, bedevaartsoorden, heidevelden, een Hemels Gewelf en een Stenen Kamer. Ik kwam erachter dat er sporen zijn gevonden in de stad van mensen die hier vijfduizend jaar geleden leefden, dat er Merovingen rondliepen in Solleveld, en Menapiërs in Meer en Bos. Voor het eerst drong de werkelijke impact van de Tweede Wereldoorlog op de stad volledig tot me door: de sporen van de Atlantikwal, het interneringskamp in Duindorp, het bombardement op het Bezuidenhout. Ik zag de bijbel van mijn opa in een vitrine van het Oranjehotel liggen.

 

Kortom: er gaat een wereld voor me open. En ik heb nog heel veel plekken, wijken, groengebieden en rafelranden te gaan. Elke week reis ik nu door mijn eigen Den Haag. En al deze wandelingen ga ik samenvatten in nog een boek. Het wordt het vierde in de Dwars-door-reeks van Uitgeverij Passionate Nomads: een reeks met reisverhalen dwars door steden, gebieden of landen, aangevuld met achtergrondinformatie en allerlei wetenswaardigheden. Dwars door Den Haag: ik zigzag door mijn stad en zie haar met de ogen van een reiziger. Van de duinen in het noorden naar de polders in het zuidwesten, van het zand naar het veen, van geel naar groen, en van oud naar nieuw en weer terug.
Gerrit Achterberg had gelijk: Den Haag, je tikt ertegen en het zingt.