Apostelhoeve

20,95

Sterrenstad – dwars door Maastricht

Maastricht wordt wel gezien als de mooiste, meest bourgondische stad van Nederland. De stad van Romeins verleden en rooms-katholieke cultuur. Van Vrijthof, vlaai, Vasteloavend en het Verdrag van Maastricht. Van de vele cafés, terrassen en sterrenrestaurants. Van sjiek en sjoen. ‘Een stukje buitenland in Nederland’, zoals je zo vaak hoort.
Maar Maastricht is ook de eerste industriestad van Nederland – waar al honderden jaren glas, aardewerk en papier wordt gemaakt -, de plaats waar kinderarbeid lang heeft voortgewoekerd en de stad waar sinds 1976 een universiteit zetelt.

In Sterrenstad neemt Frederiek Lommen je mee op haar zwerftocht door dit veelzijdige Maastricht, waar zij al een groot deel van haar leven woont. Zij volgt het spoor van Romeinen, fabrikanten, beeldhouwers, dichters, bestuurders en bierbrouwers. In haar rondgang door de stad verkent zij de historische binnenstad, de Pietersberg, de mergelgrotten, de grensranden met buurland België, de loop van de Jeker en de Maas, het waterrijke noorden en de groene oostflank. Onderweg en bij thuiskomst spreekt zij boswachters, berglopers en buren; nieuwkomers en echte Sjengen. Zij belicht de geschiedenis van de keramiekindustrie, de laatste nieuwbouwprojecten en de manier waarop de Maas vanwege het gevaar voor overstromingen wordt beteugeld. Zij gaat op zoek naar de muurhagedis, de korenwolf en de oehoe in de ENCI-groeve, en legt uit wie Sterre der Zee, ’t Mooswief, Sint Servaas en de Stadsengel zijn. Al die verhalen, belevenissen en herinneringen maken van Sterrenstad een gids voor bezoekers én bewoners van Maastricht.

In het boek vind je naast de reisverhalen en bijbehorende foto’s veel tips en achtergrondinformatie. Op de website van Passionate Nomads is nog meer informatie over Maastricht te vinden, gerangschikt per hoofdstuk van dit boek.

Over Frederiek Lommen

Frederiek Lommen (1969) studeerde Cultuur- en Wetenschapsstudies aan de Universiteit Maastricht. Zij is schrijver, journalist en eigenaar van Passionate Nomads, een uitgeverij van reisboeken.

Eerder schreef zij Druiven en droesem, een reis langs Griekse wijngaarden (2012), Mooi marmer en slapende meisjes – dwars door Athene (2019) en Het verdriet van Griekenland (2020).

 

Sterrenstad – dwars door Maastricht

Frederiek Lommen
Eerste druk mei 2023
Tweede druk juni 2023

Beeldmateriaal Frederiek Lommen
Eindredactie Servé Minis en Eric Ravestijn
Vormgeving Beer Visser

194 pagina’s, inclusief kaart en kleurenfoto’s
ISBN 978 90 829980 85
€ 20,95

Lees hier vast een verhaal uit Sterrenstad – dwars door Maastricht

Warrig waterlandschap

De noordkant van Maastricht is een vreemd stuk stad. Het is een onduidelijk gebied door de veelheid aan rivieren, kanalen en zijarmen, ook nog eens doorsneden door talloze wegen en bruggen. Je komt hier niet als je hier niks te zoeken hebt, hier niet woont of werkt. Sinds een paar jaar fiets of loop ik wel eens door dit stuk stad, maar iedere keer weer verlies ik mijn oriëntatie.

Lees meer

Ik raak de weg niet echt kwijt, maar in de onduidelijke wirwar van waterwegen mis ik het overzicht en de logica. Daarom besluit ik eerst maar eens met een grote plattegrond uitgespreid op tafel uit te vogelen hoe dit stadsdeel in elkaar steekt.

Om te beginnen is er de Maas, de grote rivier, de moederstroom die de stad van zuid naar noord in tweeën splijt. Eenmaal het stadscentrum uit slingert de Maas noordwestwaarts verder, de Nederlands-Belgische grens volgend tot aan de gemeente Maasbracht, bijna vijftig kilometer verder noordwaarts in Limburg. Deze ‘Grensmaas’ is niet bevaarbaar, omdat de Maas een regenrivier is met sterk wisselende waterstanden. Om die reden is het Julianakanaal gegraven. Dit kanaal, dat in 1935 in gebruik werd genomen, is bedoeld om dat hele grote stuk meanderende Maas aan de oostzijde, in een rechte lijn in te halen. Het begint bij de stuw van Borgharen, net ten noorden van het stadscentrum, en eindigt kilometers verderop bij Maasbracht, waar ook de Maas uitkomt. Schepen nemen, als ze eenmaal de stad zijn gepasseerd, dit kanaal om hun weg voort te zetten. Dan is er ook nog een tweede kanaal, de Zuid-Willemsvaart. Dit begint bij de stad, bij het Bassin in het Sphinxkwartier, is aan de westkant van de Maas gegraven en komt uiteindelijk bij de stad Den Bosch uit, meer dan honderd kilometer verder. Schepen kunnen via het speciaal daarvoor aangelegde Verbindingskanaal vanuit de Maas in dit kanaal terecht komen. Een andere doorsteek wordt gevormd door het Voedingskanaal. Al deze waterwegen, klein en groot, natuurlijk of aangelegd, hebben van de woonwijken Boschpoort, Bosscherveld, Borgharen en Itteren eilanden gemaakt.

Ik klap mijn kaart dicht en fiets een dag later, op een ijskoude februari-dag, opnieuw naar dit eilandgebied. Vanuit de Markt fiets ik de Boschstraat af, dwars door het voormalige Sphinxterrein. Daarachter, achter de aanlanding van de Noorderbrug, ligt de woonwijk Boschpoort. Na tien minuten fietsen zie ik een soort meertje met woonboten – een stukje van het Verbindingskanaal – en een fietspad ernaast. Ik fiets het pad op, benieuwd waar het uitkomt. Niet veel later sta ik aan de oever van de Maas, bij de grote stuw van Borgharen. Het dorp dat aan de overkant ligt, zo dichtbij, kan ik op deze manier niet bereiken. Jammer. Dan maar met een grote omweg naar Borgharen. Ik fiets terug door het veld over de Stuwweg, langs de woonboten, door de wijk Boschpoort, en ga met een grote boog langs de wijk Limmel weer opnieuw noordwaarts richting Borgharen. Via een brug over het Julianakanaal volg ik vervolgens de slingerweg die mij noordwaarts naar dit dorp leidt. Niet veel later ben ik in het centrum van het dorp.

Borgharen was in het verleden een zelfstandige gemeente, totdat het Maasdorp in 1970 werd geannexeerd door Maastricht. Het stadsbestuur had weliswaar in de jaren vijftig, zestig en zeventig aan de westkant tienduizenden woningen laten bouwen, de behoefte aan meer ruimte voor industrie en woningen was nog steeds groot.

Ik loop even rond in het kleine dorp waar tegenwoordig ongeveer zeventienhonderd mensen wonen. Kinderen spelen op het plein voor de katholieke basisschool De Maasköpkes, bij Café de Komiek staan de deuren open. Een man van middelbare leeftijd laat een hond uit en groet me. De drukte van de binnenstad lijkt hier heel ver weg. Ik heb totaal niet meer het gevoel dat ik in Maastricht ben. De inwoners schijnen dat ook zo te voelen, blijkt uit onderzoek. Ze zijn eerst en vooral inwoner van Borgharen, en dan pas misschien een klein beetje een Maastrichtenaar.

Na mijn korte verkenning van Borgharen volg ik de bordjes naar Itteren. Dat blijkt nog een paar kilometer extra fietsen. Ik zet mijn wintermuts weer op, doe mijn warme handschoenen aan en fiets door het open landschap noordwaarts. Aan mijn linkerhand is een groot overstroomgebied voor de Maas ontwikkeld. Het is drassig, nu hartje winter, en er lopen Galloway-koeien met hun typische zwarte, krullende vacht. Ze volgen me met hun ogen en lijken te denken ‘wat doet zij hier, zo ver van de stad, op deze koude maandagmiddag?’ Dat is in ieder geval ook wat ik mijzelf afvraag als ik compleet verkleumd aankom in Itteren.

Ook dit dorp is sinds 1970 een wijk van Maastricht. En voor Itteren geldt nog meer dan voor Borgharen dat het – alleen al door de fysieke afstand, een paar kilometer buiten de stad – niet echt bij de stad lijkt te horen. Het dorp bestaat grotendeels uit een kronkelige hoofdstraat met links en rechts boerderijen en woonhuizen. Als ik even stop om een paar foto’s te maken, zie ik dat bij een van de boerenhuizen een gordijn opzij wordt geschoven. Opnieuw word ik op straat gegroet door een voorbijganger. In dit dorp wonen maar negenhonderd mensen, dus ik kan me voorstellen dat je als inwoner letterlijk iedereen kent. En dat men dus meteen weet dat ik hier niet thuishoor en alleen maar een passant ben.

Op de kade waar het dorp aan de Maas grenst, is een plaquette ter herinnering aan de watersnood in de jaren negentig aangebracht. Beide dorpen hebben zwaar geleden bij de heftige overstromingen van de Maas in de winter van 1993 en die van 1995. Dit hele gebied, en veel huizen en boerderijen, liep daarbij onder water. In Borgharen bereikte de Maas een recordhoogte van 45,90 meter boven NAP, hier in Itteren was dat volgens dit informatiebord 44,45 meter. Om eerlijk te zijn, zegt me dat niet zoveel. Het klinkt als heel hoog, en uiteraard herinner ik me levendig de beelden van de vreselijke overstromingen die dit gebied troffen, maar hoe hoog is het waterpeil van de Maas op normale dagen?

Na de overstromingen is met een grootschalig verbeterproject gestart onder de naam de Maaswerken. De Maasbedding werd onder handen genomen, het rivierbed verbreed, dijken werd aangelegd, geulen zijn gegraven, oude Maasarmen werden aan de rivier teruggegeven.

De Maaswerken hebben effect; bij de extreme regenval in de zomer van 2021, waarbij in de uitlopers van de Ardennen, de Eiffel en Zuid-Limburg grote schade werd aanbracht en meer dan tweehonderd mensen omkwamen, hielden de inwoners van Borgharen en Itteren tot hun grote opluchting droge voeten.

Staand op de kade breekt ineens de zon door. De zonnestralen doen de kou meteen verdrijven en toveren een prachtig licht tevoorschijn. Een zwerm grote Canadese ganzen scheert over het water, verderop in het weiland staat een hele groep eenden. Het Grensmaasproject heeft niet alleen geleid tot een veiligere omgeving, ook is veel aandacht besteed aan de flora en fauna. De Grensmaas is nu een populair gebied voor trekvogels. In deze tijd van het jaar zie je hier bijvoorbeeld dagelijks bijzondere vogels als waterpiepers, brilduikers en grote zaagbekken.

Als ik later in de middag, als het prachtige licht begint af te nemen de Maastrichtse eilanden weer verlaat en terugfiets naar de stad, passeer ik aan de linkerkant een groot braakliggend terrein dat bij de wijk Limmel hoort. Daar was ooit, tot in de jaren veertig, de zinkwitfabriek gevestigd. Van het fabrieksterrein rest nog wat beton, en op deze winterdag staan er nog wat kale vlinderstruiken. De afgelopen jaren passeerden veel plannen de revue, variërend van een wei vol zonnepanelen, tot het bouwen van een woonwijk. De bewoners van Limmel hebben iets heel anders voor ogen, en uiteraard zijn ze niet geheel eensgezind. Zo willen velen een mooie fietsroute langs de Maas, wordt gedacht aan de aanplant van een grote boomgaard, en zien sommigen de bouw van hofjes met seniorenwoningen voor de sterk vergrijsde wijk voor zich. In 2021 lag er tot ieders verbazing ineens iets heel anders op de tekentafel: een megaloods van honderden meters breed en vijftien meter hoog. Oud-nertsfokker en ondernemer Rien Leeijen wilde daar een groot distributiecentrum neerzetten. Gelukkig voor de inwoners van Limmel is voor dat plan een stokje gestoken. Limmel kan voorlopig weer dromen van een iets mooiere toekomst.

Niet lang na mijn fietstocht hoor ik dat de Maastrichtse gemeenteraad het besluit heeft genomen om een fietsbrug tussen Borgharen en Maastricht te laten aanleggen. De wens voor deze brug bestaat al twintig jaar maar nu wordt er klaarblijkelijk echt werk van gemaakt. De brug zou moeten beginnen aan de Bovenstraat in Borgharen en in Maastricht bij de Stuwweg moeten aanlanden, zodat fietsers via de Boscherweg richting de stad kunnen rijden. Dat is precies op de plek bij de stuw bij Borgharen waar ik tijdens mijn fietstocht teleurgesteld rechtsomkeert maakte. Wat een fantastisch plan. Het warrige eilandenrijk van Maastricht wordt daarmee iets meer ontsloten. Ik kijk er naar uit en de eilandbewoners natuurlijk nog veel meer.

 

Wil je nog meer lezen over Maastricht?