De schrijver Patrick Leigh Fermor noemde The Flight of Ikaros. A Journey into Greece ooit “the most brilliant and penetrating book on the bitter and often tragic aspects of Greek rustic life”. Ik kende het boek al een tijdje (het wordt in vele Griekse reisgidsen sterk aangeraden), maar heb het onlangs weer herlezen.

De Amerikaan Andrews kwam in 1947 voor het eerst naar Griekenland. Hij was 23 jaar, had net zijn studie aan Harvard afgerond en met het schrijven van een essay een beurs gewonnen om een jaar in Athene klassieke archeologie te studeren. Niet zo’n grote prestatie, zoals hij zelf in het voorwoord zegt, want hij bleek de enige gegadigde voor deze beurs. Terwijl alle andere studenten van de American School of Classical Studies zich daadwerkelijk interesseerden voor de klassieke archeologie, richtte Andrews zich op middeleeuwse kastelen. Hij reisde daarvoor met name naar de Peloponnessos, meestal alleen en meestal te voet, en bestudeerde daar de kastelen en forten uit de Byzantijnse tijd.
Na een jaar kreeg hij het aanbod zijn studietijd met een fullbright scholarship te verlengen, zodat hij uiteindelijk iets langer dan vier jaar bleef om zich met archeologische en historische aspecten van de middeleeuwse kastelen bezig te houden. Dit onderzoek mondde niet alleen uit in de academische studie Castles of the Morea (in 1953 gepubliceerd en twee jaar geleden in herdruk verschenen), maar ook in het boek The Flight of Ikaros. A Journey into Greece.

In dit boek doet hij verslag van zijn ervaringen tijdens zijn verblijf in Athene en zijn reizen naar de gebergtes van de Peloponnessos en het vasteland. Het toerisme stond in die tijd nog in de kinderschoenen en de weinige buitenlanders die er waren, bekommerden zich niet om de Byzantijnse overblijfselen. Andrews trok tijdens zijn uitstapjes dan ook veel aandacht van de plaatselijke bevolking. Daarnaast was het ook nog eens de periode van de burgeroorlog, en het jaar 1947 kan worden gezien als het hoogtepunt van de crisis. In de meeste dorpen werd Andrews dan ook erg argwanend bekeken. Een aantal keren werd hij zelfs voor een spion aangezien. Waarom zwerf je anders in je eentje door de bergen, fotografeer je en maak je aantekeningen, en probeer je contacten te leggen met de plaatselijke bevolking? zo legde één van de herders hem uit. Toch was de argwaan meestal snel weg, en werd hij uiteindelijk overal gastvrij onthaald. Klaarblijkelijk lukte het hem daarbij in het conflict neutraal te blijven, want hij raakte bevriend met mensen uit beide kampen van de burgeroorlog.

In de meeste dorpen werd Andrews dan ook erg argwanend bekeken.

Na deze avontuurlijke jaren keerde hij voor korte tijd terug naar de Verenigde Staten, waar hij vergeefse pogingen deed een baan te vinden op het gebied van hulpverlening aan Griekenland. Al snel besloot hij zich permanent in Athene te vestigen. Hij schreef nog een paar boeken, waaronder Athens, een boek waarin hij fulmineerde tegen de vertouristisering van Griekenland. Helaas kwam hij vroegtijdig aan zijn einde: hij verdronk op 1 september 1989 tijdens het zwemmen bij het eiland Kythira. Een triest einde dat niet helemaal onbesproken is gebleken.

Raadselen rond de dood van Andrews

Niet lang na het lezen van The Flight of Ikaros stuitte ik in Athene op het boek Greek Unorthodox: Bande A Part and A Farewell to Ikaros. Het is geschreven door Elizabeth Boleman-Herring. Zij schreef in de jaren ’80 columns voor de Engelstalige krant The Athenian. Die columns zijn gebundeld en vormen het eerste deel van het boek: Greek Unorthodox Bande A Part. Het tweede deel, A Farewell to Ikaros, is de reden voor mijn aankoop. Boleman Herring blijkt de geliefde van Kevin Andrews te zijn geweest in het laatste jaar van zijn leven en was bij hem op de dag van zijn dood op Kythira.
Vijftien jaar na de gebeurtenis schrijft ze voor het eerst over hem, over hun relatie en over die fatale dag. De schrijfster ontmoet Andrews in november 1988 op een feestje ter ere van de publicatie van één van de boeken van Patrick Leigh Fermor. Hij is dan 64, zij 37. Andrews leidt op dat moment een teruggetrokken leven in zijn appartement in de Atheense wijk Mets, waar hij ook werkt als zilversmid. Eind augustus 1989 vertrekken de geliefden samen naar het eiland Kythira.

Op de eerste dag na aankomst onderneemt Andrews een zwemtocht naar het 5 kilometer verderop gelegen eilandje Avgo. Dit gebeurt om kwart voor 5, bij windkracht 7. Hij keert niet terug, en Boleman-Herring gaat ‘s avonds laat met een plaatselijke visser in een caique op zoek. Een dag later wordt zijn lichaam gevonden.
In het boek beschrijft ze dat ze begrijpt dat mensen vraagtekens zetten bij dit ongeluk. Het was bekend dat Andrews aan epilepsie leed en zware inspanningen moest vermijden. Zoals hij zelf veertig jaar eerder in The Flight of Ikaros al schreef: “… things to avoid (some more easily than others), such as alcohol, coffee, strong tea, worry, unhappiness, uncertainty, shyness, insomnia, irregularity of meals and other habits, car-diving, rock-climbing, jaywalking, a careless attitude to sharp edges and pointed objects and some innocent things like the corners of tables, as well as a bemused posture on cliff-edges, swimming long distances out to sea,…”.

Aan het einde van zijn leven schijnt hij vijf of meer kleine aanvallen per dag te hebben gehad. Deze gegevens hebben vanaf 1989 de gemoederen – in een weliswaar kleine Angelsaksische, Philhellenistische kring – beziggehouden. Was Andrews’ zwemtocht een verkapte zelfmoord? En waarom heeft Boleman-Herring hem op die bewuste namiddag niet met alle macht tegengehouden? Boleman-Herring geeft weliswaar deels antwoord op deze vragen, maar aan het waarheidsgehalte wordt door velen getwijfeld. Zo schreef de schrijver Marc Dubin een woedende brief aan de Athens News na het verschijnen van een recensie van A Farewell To Ikaros. In de brief beschuldigde Dubin haar van extreem egocentrisme en het verdraaien van de feiten. Hij roept de lezer tot slot op, te wachten op de biografie die mogelijk helderheid verschaft. Ergens in Griekenland liggen namelijk ook nog Andrews’ ongepubliceerde dagboeken, die de periode bestrijken van 1947 tot aan zijn dood in 1989. De bevatten niet alleen meer dan veertig jaar Griekse geschiedenis, maar misschien ook een antwoord op alle vragen.

Ook is er nog een ongepubliceerd manuscript, Old Rising Sun. Boleman-Herring beschrijft in A Farewell to Ikaros hoe één van de dochters van Andrews, ‘C’ genoemd, haar in 1989 thuis bezocht en haar dwong een groot deel van deze manuscripten af te geven. Een deel van deze schat schijnt bij de Atheense Gennadeion Bibliotheek te zijn ondergebracht, een deel is waarschijnlijk nog in bezit van ‘C’.
Wellicht werpt de schrijver Roger Jinkinson in de toekomst meer licht op deze zaak. Hij heeft vanuit zijn woonplaats op Karpathos aangekondigd een boek te gaan schrijven over Andrews’ leven en via zijn weblog lezers met meer informatie gevraagd, contact met hem op te nemen.

Kevin Andrews – The Flight of Ikaros
1e druk: 1959
ISBN: 01400951314